Kok Glas Vlaardingen: 75 jaar, trots en springlevend
We schrijven 1933. Ergens in Vlaardingen richt een zekere Paulus de Kok een schildersbedrijfje op. Net als veel collega’s biedt hij ook zijn diensten aan als behanger en glaszetter. Nu, precies 75 jaar na dato, is het plaatsen van glas de belangrijkste activiteit van het bedrijf, dat tegenwoordig dan ook toepasselijk Glas De Kok heet. Arie de Kok (59) net als zijn vader Vlaardinger in hart en nieren, viert dit jaar nóg een jubileum: hij zwaait precies veertig jaar de scepter.
Er valt haast niet aan te ontkomen bij een jubileum: terugblikken op de afgelopen jaren. En op gepaste wijze vieren natuurlijk, met medewerkers en klanten. Arie de Kok sluit zich graag aan bij die tradities, vooral omdat hij trots is op hoe ‘zijn’ bedrijf zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld tot een allround onderneming met twintig medewerkers. ‘We vervangen de ruit in de voordeur van mevrouw Jansen, we maken een gestraalde glazen deur voor de badkamer van de familie Pietersen, maar we zetten net zo makkelijk een hele pui in een winkel of een kantoorpand’, kenschetst hij.
Dat had vader Paulus toch niet kunnen bedenken toen hij 75 jaar geleden zijn eenmanszaakje begon. Wanneer dat was, is trouwens niet precies bekend. ‘We hebben
allerlei stukken opgevraagd en in de archieven gezocht, maar de oprichtingsdatum kunnen we niet traceren’, vertelt De Kok. ‘We weten alleen mijn vader in 1933 een schildersbedrijf begon, dat het in Vlaardingen was en dat hij ook actief was als behanger en glaszetter.’
Solex
De eerste jaren – crisis en oorlog – waren zwaar, maar daarna zat de groei er stevig in. Begin jaren vijftig had De Kok tien schilders in dienst en beschikte hij over een winkel waar verf, behang en glas werden verkocht. Arie trekt een oude foto uit een map. ‘Hier. Pa reed rond op een Solex waarmee hij de mannen op karwei bezocht.’ Daaraan kwam een abrupt einde met zijn overlijden in 1954. De Kok herinnert zich vooral de onverzettelijkheid van zijn moeder, 94 jaar inmiddels. ‘Ze stond er plotseling alleen voor met een winkel, tien schilders in dienst en drie kinderen thuis. Maar ze zette de zaak gewoon voort, al deed ze het schildersbedrijf in 1959 over aan een collega. De winkel bleef en we hielden ook twee man in dienst voor glasreparaties. Dat was de basis voor het huidige bedrijf.’
Isolatieglas
Zelf zette Arie de Kok zijn eerste professionele schreden in het glasvak in 1967, toen hij in de winkel de afdeling glas ging runnen. De jaren daarna werd glas almaar belangrijker. De echte omslag kwam eind jaren zeventig met de opkomst van isolatieglas. ‘In die jaren kreeg je 33 procent subsidie op de aanschaf en het plaatsen van isolatieglas’, weet De Kok. ‘Nou, dat wilden mensen wel. En ik vond het ook best, want het verkocht als een trein. Sterker nog, we moesten verhuizen naar de industriewijk, naar een pand met voldoende ruimte.’ Het huidige pand van Glas De Kok aan de Energieweg, uiteraard nog steeds in Vlaardingen, verrees vijf jaar geleden. Net als zijn voorganger zonder winkel, maar mét showroom. ‘Klanten moeten zien wat er met glas tegenwoordig allemaal mogelijk is, ze moeten
het kunnen aanraken en vasthouden.’
Niet op Vinexlocatie
Toch blijft glasreparatie de ruggengraat van het bedrijf. ‘Wij bestaan voor een belangrijk deel vanwege het feit dat glas breekbaar is’, lacht Arie de Kok. ‘Gelukkig maar. Of het nu gaat om gelaagd veiligheidsglas, brandwerend glas, gestraald glas of glas in lood, wij kunnen het bewerken en vervangen. Natuurlijk doen we ook aan glasmontage in nieuwbouwprojecten. Hartstikke mooi werk vaak. Glas in brugpylonen, in bezoekerscentra – prachtig! Toch zul je ons niet zien op een Vinexlocatie. Veel te groot en te eentonig. Ik heb in dat opzicht liever een echte uitdaging.’ Hij kijkt even naar buiten. ‘Weet je, het is maar goed dat we architecten en kunstenaars hebben. Sommigen zijn zo eigenwijs als ze groot zijn, maar ze zorgen wél voor vernieuwing, voor ontwikkeling. Een voorbeeld? Glazen damwandprofielen. Die dingen zijn er al jaren, maar er keek geen mens naar om. Tot architecten ze ontdekten. Vrijwel elke nieuwe glastoepassing komt er doordat er ooit een creatieveling om heeft gevraagd.’ Misschien wel het beste voorbeeld voor zijn bedrijf is de nominatie voor de Glas Award in 2004. De Kok laat met trots de foto’s zien. ‘Een kunstenaar had een ontwerp gemaakt voor 185 glazen panelen op een stalen onderconstructie in een winkelcentrum in Barendrecht. Geen paneel is hetzelfde. Hij kwam bij ons terecht en samen hebben we de oplossing bedacht: blank Optiwhite-glas dat aan de achterzijde is gelamineerd met een geprinte folie. Nu heel gewoon, toentertijd uniek.’
Branche op de kaart zetten
Net zo trots is De Kok op zijn peloton medewerkers. Niet voor niets heeft hij ze allemaal, met gezin en al, kort geleden meegenomen op een weekendje weg. Alleen hij en zijn vrouw wisten van tevoren waarheen. ‘Goeie glasmensen, de echte vakidioten, moet je met een lampje zoeken. En als je ze hebt, moet je ze koesteren. Er werkt voor ons bijvoorbeeld een heel goeie glas in lood-zetter. Als die kerel geen lood aan z’n handen heeft, dan leeft-ie niet. Dát bedoel ik. We moeten de glasbranche wat dat betreft echt weer op de kaart zetten.’ GBO doet in dat opzicht goed werk, benadrukt hij. ‘STOOV en het Kenniscentrum Glas zijn prima initiatieven om de kennis in de branche op te vijzelen. Ook alle activiteiten op het gebied van voorlichting, bijvoorbeeld over brandwerend glas en sterkteberekeningen, geven toegevoegde waarde. Persoonlijk zet ik me in Vlaardingen al in om bijvoorbeeld vmbo-opleidingen ervan te doordringen dat er in het glas ontzettend veel te beleven is. Misschien kan GBO daar ook nog wat meer op inspringen.’
Zonnig
Desondanks ziet Arie de Kok de toekomst van zijn bedrijf en van de glasbranche als geheel zonnig in. ‘Er komt het nodige op ons af: CO2-reductie, extra isolatie, eisen op het gebied van warmte- en lichttoetreding. Ik voorzie dat we daardoor eens te meer voor uitdagingen worden gesteld die gewoon vragen om innovatie en nieuwe technieken. De mogelijkheden met glas zijn nog lang niet uitgeput. En uiteindelijk komt het bij ons terecht om te verwerken. Nou, een betere basis is er volgens mij niet.’